Instructions en classe
Waar of niet?Kijk goed naar de vragen voordat je kiest! Klik Vrai aan als het waar is, en klik Faux aan als er iets verkeerds staat.
Als de docent wil dat je je spullen opruimt, zegt hij/zij: Ne rangez pas vos affaires!
Vrai Faux
Als de docent wil dat jullie iets herhalen, gebruikt hij/zij het woord: Répétez!
Vrai Faux
'Boeken dicht!' betekent: Ouvrez vos livres!
Vrai Faux
Als de docent wil dat de volgende iets zegt of doet, hoor je: Au suivant!
Vrai Faux
Als je je vinger moet opsteken zegt de docent: Baisse / Baissez le doigt!
Vrai Faux
Welke antwoorden zijn goed?
Hoe vraagt de docent of iedereen klaar is?
Tout le monde a terminé?
| |
Personne n'a fini?
| |
Vous avez fini?
| |
Personne n'a terminé?
| |
Hoe vraagt de docent wie er aan de beurt is?
C'est ton tour?
| |
C'est le tour de qui?
| |
C'est mon tour?
| |
C 'est à qui le tour?
| |
Hoe zegt de docent dat jullie over een kwartier gaan nakijken?
On va corriger dans un quart d'heure.
| |
On va réviser dans un quart d'heure.
| |
On va corriger dans une semaine.
| |
On va vérifier dans un quart d'heure.
| |