On se retrouve / Civilités / On se quitte

Icône de l'outil pédagogique Question Kies het goede antwoord. Als je twijfelt kun je naar de hint kijken.
Als de docent zichzelf voorstelt, wat zegt hij/zij dan?
       
Je m'appelle monsieur / madame...
Je suis votre professeur de français.
Beide antwoorden zijn goed.

Wat vraagt de docent als er iets met je aan de hand is?
       
Tout va bien?
Qu'est-ce qui ne va pas?
T'as l'air malade, pourquoi t'es pas chez toi?

Hoe vraagt de docent om te vertellen wie je bent?
       
Je te présente.
Raconte-toi.
Présente-toi.

Hoe wordt een nieuwe leerling voorgesteld door de docent?
       
Je vous présente un nouvel élève.
Je vous présente une nouvelle élève.
Allebei de antwoorden zijn goed.

Bij deze oefening moet je de goede zinnen bij elkaar zoeken. Als je deze af hebt, kun je verder met de vragen op de rest van de pagina.

.
Welke antwoorden zijn goed?
Hoe vraagt de docent naar je naam, en hoe je die naam schrijft?
Comment t'appelles-tu? (Comment tu t'appelles?)
C'est quoi ton nom?
Tu peux épeler ton nom?
Ça s'écrit comment?
Epelle ton nom!



Hoe vraagt de docent hoe het met je gaat?
Comment allez vous?
Vous allez bien?
Vous avez mal?
T'es malade?
Et vous?
Ça va?



Welke dingen kan een docent aan het eind van de les uitroepen?
Bonnes vacances!
A plus jamais!
Arrêtez de travailler!
A demain!
A la (semaine) prochaine! / A la prochaine fois!
Bonne journée!



Icône d'outil pédagogique Ecris toi-même

Kijk goed naar de dingen die jij in de klas kunt zeggen en vul de zinnen aan.

Hallo! =

Dag meneer / mevrouw = /

Ik heet... = ( ,) ...

Ik stel me voor = .

Ik ben nieuw op school = (jongen) / (meisje) .

Als de docent vraagt hoe het met mij gaat, kan ik antwoorden met:

Het gaat goed, dank u. = , .

Het gaat niet zo goed. = .

Het gaat slecht. = .

De docent zegt: Vous avez passé un bon week-end? Ik antwoord:

Ja, ik heb een heel leuk weekend gehad = , . / , .

Ik heb me prima vermaakt = .

Als de les is afgelopen, zeg ik:

Is het tijd? = ?

Mogen we weg? = ? / ?

Tot ziens meneer / mevrouw! = / !

Tot gauw! =

Tot straks! = ! / ( )! 

U ook een prettige dag (toegewenst)! =

Prettig weekend! Bon !